Teeselinkven
Download hier het overzicht van waargenomen soorten van het Teesselinkven van 2012-2016
Gebied
Het Teeselinkven is eigendom van Geldersch Landschap en Kastelen. Het ligt in de noordoosthoek van de gemeente Berkelland. Het is 27 ha. groot, en bestaat uit een drietal vennetjes en daaromheen natte en droge heide met gagelstruwelen met berken en elzenbos. Hier groeien ook een aantal bijzondere planten, en wordt de zeldzame witsnuitlibel gezien. Ook zijn er `s zomers boomkikkers te horen. Het noordelijk deel bestaat uit oude gemengde bossen met eiken-berkenbos, met hier en daar wat groepjes dennen. In het bos wordt niets gekapt of opgeruimd. Kortom een schitterend gebied. Er lopen geen paden door het bos, en het is niet vrij toegankelijk. Zo nu en dan wordt er door het Geldersch Landschap een excursie voor leden georganiseerd.
foto: Willy Smeenk
Geschiedenis
Het terrein heeft lang behoord tot de woeste gronden, die door de boeren gebruikt werden voor het weiden van vee, het plaggen van de heide, en er werd hout gekapt voor eigen gebruik. Het ven is ontstaan door `kluunen`, het uitscheppen van humusrijke modder, die gemengd werd met heideplaggen en gedroogd een soort turf (kluun)opleverde. Later werden de gaten verdiept en werd het als schaatsbaan gebruikt.
Inventarisatie
In 2009 begon er in Nederland veel aandacht te komen voor de uitbreiding van het broedgebied van de Middelste Bonte Specht. Op een kaart stond ook het Teeselinkven als een geschikt terrein voor deze vogel. Ik heb toen toestemming gevraagd om het terrein te mogen onderzoeken op de mogelijke aanwezigheid van de Mibo. Deze toestemming kwam en we hebben het terrein onderzocht, maar helaas niets gevonden. Daarna heeft het Geldersch Landschap gevraagd of we geen uitgebreide inventarisatie op broedvogels wilden gaan doen. Daar voelden we wel voor, want het leek ons wel een mooi en interessant gebied, zo vlak bij het Needse Achterveld, maar dan toch heel anders. Dus gaan Jan Breukers, Willie Smeenk en ik, soms vervangen door Marina Pruysers of Rob Papendorp in het voorjaar op woensdagmorgen om de week al vroeg op stap om het terrein te doorkruisen. Dat is best lastig omdat er geen paden zijn, en er in het dichte bos weinig oriëntatiepunten zijn. Maar langzamerhand leren we het terrein toch beter kennen, en hebben we een aantal herkenningspunten. Ook is de vogeldichtheid erg hoog, vooral in het bosgedeelte. meer informatie over het gebied vindt u hier.
foto: Willy Smeenk
2013
foto: Sonja Grooters
In het Teeselinkven telden we 1537 broedterritoria omgerekend per 100 ha, in het Needse Achterveld 777, dus bijna twee keer zoveel. Niet erg verwonderlijk trouwens als je weet hoe druk bezocht het Needse Achterveld is. De Vink is de meest getelde broedvogel, gevolgd door de Zwartkop de Roodborst en de Fitis. Verder broeden er in 2013 o.a. Havik, Buizerd, Boomleeuwerik, Boompieper, Kleine Karekiet, Spotvogel, Fluiter en Tuinfluiter, Wielewaal, enz. Totaal 52 soorten, met 415 broedterritoria.