Verslag bosuilen
2024
Voor de Bosuilen was 2024 een matig jaar, er waren weliswaar meer kasten bezet maar het aantal uitgevlogen jongen is gelijk aan 2023. Ook dit jaar waren plaatselijk grote verschillen, in Eibergen en Neede met respectievelijk 10 en 7 kasten met succesvol broedsel vlogen er 43 jonge vogels uit terwijl er in de rest van Berkelland maar 7 kasten succesvol waren. Hieruit vlogen 16 jongen uit. Wat het totaal brengt op 59 uitgevlogen jongen. Het gemiddelde per succesvolle kast bedroeg 2,55 jong, Een bijzonder geval was het broedsel in een hoge torenvalk kast, een “open” kast waar uiteindelijk 4 jongen uitvlogen. Er waren dus 32 kasten met broedsel waarvan er 9 mislukten. Ook bleken er bij de tweede controle wanneer de jongen geringd er 7 jongen verdwenen. Waarschijnlijk door voedselgebrek in de kast gestorven en opgegeten of gevoerd aan de overige jongen. Het gemiddelde legbegin bij de Bosuilen was 1 maart en dat is een gemiddelde eerste eilegdatum.
2023
Voor de Bosuilen was het een prima jaar, met grote plaatselijke verschillen. Er zijn in totaal 59 jongen uitgevlogen, tegenover de 19 die in 2022 uit de nestkast kwamen is dat een prima resultaat.
De plaatselijke verschillen waren opmerkelijk, in Ruurlo en Borculo zijn er maar 6 jongen succesvol uitgevlogen terwijl er in Eibergen, Neede en Geesteren-Gelselaar 53 jongen uitvlogen.
Uit de 24 succesvolle kasten vlogen 59 jongen uit waarmee het gemiddelde komt op 2,45 jong per kast.
Dat is beduidend meer als in 2022 en vergelijkbaar met de jaren 2021 en 2019.
De eerste eilegdatum was met eind februari het normale tijdstip voor Bosuilen. Er zijn 7 kasten met broedsel mislukt, 2 in de eifase en 5 in de jongenfase. Dit is wel weer meer dan in 2022. Oorzaken zijn waarschijnlijk predatie en verstoring door Marters en Eekhoorns. Om dit te voorkomen zijn er bij een aantal nestkasten gladde emmers en grote schotels voor de invliegopening geplaatst. Hierdoor hopen we dat de predatoren niet meer in de nestkast kunnen komen.
2022
Ook voor de Bosuilen was het een dramatisch jaar, er zijn maar 19 jongen uitgevlogen, tegenover de 67 die in 2021 uit de nestkast kwamen is dat een enorme daling.
Ook het aantal uitgevlogen jongen per kast was laag, uit de 10 geslaagde broedsels vlogen dus 19 jongen uit en dat is een gemiddelde van 1,9 per kast. In 2021 was dat 3 jongen per kast. Toen waren er 22 geslaagde broedsels. De eerste eilegdatum was met eind februari gemiddeld op het normale tijdstip voor Bosuilen Het verlies van uitgevlogen jongen ten opzicht van vorig jaar deed zich bij alle groepen voor en ook hier is het voedselaanbod waarschijnlijk de grote boosdoener. In veel kasten waar wel Uilen aanwezig waren, is het niet tot een broedsel gekomen. Als het mannetje te weinig voedsel aanbrengt zal het vrouwtje niet in broedconditie komen en zal ze geen eieren gaan leggen. Het aantal verdwenen jongen, 2 stuks, viel wel weer mee ten opzichte van 2021 toen er 12 jongen verdwenen. Hopen dat er in 2023 weer voldoende voedsel aanwezig is.
2021
De Bosuilen zijn weer terug op het recordjaar van 2019 met 67 uitgevlogen jongen uit 28 bewoonde kasten met broedsel.
Vorig jaar 2020 vlogen er maar 41 jonge Bosuilen de wijde wereld in. De winst t.o.v. 2020 werd met name behaald in de gebieden rondom Neede en Borculo. In 2021 vlogen daar respectievelijk 27 en 10 jongen Bosuilen uit terwijl er in 2020 maar 10 in Neede en zelfs 0 in Borculo uitvlogen. Wel waren er in Neede 4 kasten meer bezet met een broedsel en in Borculo zelfs 5. We hadden dit jaar in Eibergen 1 broedsel in een natuurlijke holte.
Ook het gemiddeld uitgevlogen jong per broedsel lag met 2.4 gelijk aan 2019.
Het aantal dode of verdwenen jongen, 12 stuks, lag bij de Bosuilen beduidend hoger dan in de afgelopen jaren. We zullen zien of deze trend zich doorzet in het volgende broedseizoen.
Download hier het jaaroverzicht van de uilen en torenvalken van de Vogelwerkgroep Berkelland, tevens historisch overzicht.
2020
De Bosuil had een matig tot slecht jaar met maar 41 uitgevlogen jongen uit 23 kasten met broedsel.
Daarmee zijn we terug bij het jaar 2018 toen er ook 41 jongen uitvlogen ter wijl er in 2019 nog 66 jonge Bosuilen het luchtruim kozen. Met een gemiddelde van 1.8 jong per broedsel lag dat ook beduidend lager dan de 2.4 jong van 2019. De gemiddelde legselstart van 7 maart lag ruim een week later dan voorgaande jaren. Ook in 2020 hebben we nog weer een paar kasten opgehangen op kansrijke locaties, misschien levert dat in 2021 al resultaat op. Ook hadden we 2 broedsels in natuurlijke nestholtes in bomen, dat zijn toch de mooiste locaties om een broedende Bosuil te zien.
2019
De Bosuil had een topjaar met 66 uitgevlogen jongen, dat zijn er 25! meer dan in 2018, wel dient opgemerkt te worden dat er ook 7 kasten meer bezet waren. Het gemiddelde van de uitgevlogen jongen per kast bereikte met 2.4 het niveau van de afgelopen jaren en de legselstart was met een gemiddelde van 25 februari redelijk normaal. Het ophangen van nestkasten in 2018 op kansrijke plaatsen heeft succes gehad! : 3 van de 5 kasten waren bezet.
2018
Hoewel er in 2018 meer bewoonde Bosuilkasten waren zijn er toch minder jongen uitgevlogen. Er waren 20 kasten met een broedsel waaruit in totaal 41 jonge Bosuilen zijn uitgevlogen. Dat is maar een gemiddelde van 2.1 jongen per kast waar het in de afgelopen jaren een gemiddelde van 2.6 normaal was.
De start van de eileg op 17 februari was wel weer normaal, de Bosuil begint altijd vroeg met broeden om minder last te hebben van een nat en koel voorjaar waardoor er ook minder bosmuizen (voedsel) aanwezig is.
We hebben in 2018 op een aantal nieuwe o.i. kansrijke locaties nestkasten opgehangen. De controles in 2019 zullen laten zien of deze locaties succesvol zijn
2017
Download hier de resultaten van de bosuilen van 2017
In 2017 waren er 18 van de 44 gecontroleerde kasten bewoond door de Bosuil, dit is 2 kasten minder bezet dan in 2016. In tegenstelling tot 2016 toen er 5 broedsels mislukten is er in 2017 maar 1 broedsel mislukt. Uit deze 17 geslaagde broedsels zijn 44 jonge Bosuilen uitgevlogen en dat is 1 meer dan in 2016. Maar omdat er 2 broedsels meer waren dan in 2016 is het gemiddelde broedsucces iets minder. De startdatum van de eileg was 16 februari en dat is voor de Bosuil door de jaren heen een gemiddelde start van het broedseizoen.
Door al in februari te gaan broeden heeft Bosuilen minder last van een nat en koel voorjaar wat de latere broeders als Steen- en Kerkuilen wel nadelig kan treffen.
2016
Download hier de statistieken voor de uilen en torenvalken in Berkelland
2015
Alle uilen hadden in 2015 een minder goed broedseizoen
Waarschijnlijk veroorzaakt door een minder goed muizenjaar.Als gevolg hiervan legt het vrouwtje minder eieren, zijn er meer eieren schier en brengt het mannetje te weining voedsel naar het nest voor het grootbrengen van de jongen.
De Bosuilen hadden maar half zoveel jongen als (vorig jaar) 21 tegen (41).
Anton Meenink
Download hier de resulaten van 2015
2014
Download hier de statistieken van Berkelland van 2014
Zachte winters, niet van invloed op legbegin van bosuilen
Ondanks de zachte winter, het vroege voorjaar en de aanwezigheid van grote hoeveelheden muizen was de bosuil nauwelijks vroeger met broeden dan voorgaande jaren.
Net als in de twee voorgaande jaren lag de zogenaamde gemiddelde 1e eilegdatum in 2014 ook weer tussen 21 en 28 februari. De grote hoeveelheid muizen was ook niet echt van invloed op de grootte van de legsels, waardoor het gemiddeld aantal uitgevlogen jongen per kast ook nauwelijks groter was dan in 2012 en 2013. Wel kwamen er dit jaar méér uilenparen tot broeden. In heel Berkelland troffen we 20 paartjes met een broedsel aan in de nestkasten. . Helaas zijn er door predatie 5 broedsels verloren gegaan. De overige 15 paartjes hebben samen 41 uitgevlogen jongen groot gebracht.
Voor meer cijfers zie bijgaande tabel.
A.Meenink Neede, 5 feb. 2015
2013
Download hier de statistieken van Berkelland van 2013Voor gedetailleerd overzicht, donwload het overzicht hier.
2012 - 2010
Download hier de statistieken van Berkelland van 2012